Skip to content
contract met twee pennen

Opmerkelijk arrest: Helpling – FNV

Opmerkelijk arrest
In deze zaak staat de vraag centraal of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, en zo ja of het dan gaat om een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst of een ‘bijzondere’ arbeidsovereenkomst.

11 april 2025, Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2025:543
Platformwerkers bij Helpling hebben een uitzendovereenkomst, en zijn geen zelfstandige.

Feiten
Helpling is een platform dat schoonmakers koppelt aan huishoudens. Schoonmakers kunnen een profiel aanmaken op Helpling en een uurtarief kiezen, waarna huishouders de schoonmakers kunnen kiezen uit een selectie geschikte kandidaten.

Helpling is van mening dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen Helpling en de schoonmakers. De FNV stelt in eerste instantie dat er wel een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst bestaat tussen Helpling en de schoonmakers en dat anders sprake is van een ‘bijzondere’ arbeidsovereenkomst, namelijk van een uitzendovereenkomst.

Oordeel
Het hof oordeelt dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen de schoonmakers en de huishoudens. Zo stimuleert Helpling de huishoudens niet om de schoonmakers door te betalen bij ziekte, wat de werkgever wel moet doen bij een arbeidsovereenkomst. Ook verlopen de betalingen via Helpling, wat niet duidt op een arbeidsovereenkomst tussen de schoonmakers en de huishoudens. Als laatste kan een huishouden makkelijk van schoonmaker wisselen. Een werkgever kan dit niet, want die is gebonden aan de wettelijke ontslaggronden.

Het hof oordeelt dat er geen sprake is van een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst, maar wel van een uitzendovereenkomst. Zowel de FNV als Helpling gingen in cassatie tegen deze uitspraak bij de Hoge Raad.

Karakteristiek voor de uitzendovereenkomst is dat de werknemer werkzaamheden verricht onder toezicht en leiding van de inlener, in dit geval het huishouden. Helpling zelf had weinig zicht op de werkzaamheden van de schoonmakers. Het huishouden gaf de instructies. Helpling stelt in hoger beroep dat er geen sprake kan zijn van een uitzendovereenkomst omdat de inlener een bedrijf moet zijn, en geen particulier kan zijn. De Hoge Raad oordeelt dat dit geen vereiste is vanuit de Nederlandse wet. Helpling had een uitzendovereenkomst met de schoonmakers.

Conclusie
Uit deze uitspraak blijkt dat wanneer een platform zich erg bemoeid met zijn werkers, en bijvoorbeeld de contractvorming en betaling uit handen neemt, de werkers aangemerkt worden als uitzendkrachten. Dit heeft gevolgen voor de arbeidsverhoudingen. Uitzendkrachten hebben bijvoorbeeld recht op een WW-uitkering, recht op pensioen en recht op doorbetaling bij ziekte. Met deze uitspraak hebben platformwerkers dus meer bescherming gekregen.

Back To Top